Overig

Beperking bewegingsvrijheid

Dwangmedicatie

Opname accommodatie

KC22-029 07 juli 2022

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

 

Inzake : [klaagster]
Klachtnummer : KC22-029
Instelling : Pro Persona
Datum ontvangst klacht : 27 juni 2022
Schorsingsverzoek : gehonoreerd
Hoorzitting : 5 juli 2022
Datum uitspraak : 8 juli 2022

 

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[klaagster] (klager)

[PVP] (PVP)

 

[verweerster] (verweerster)

[verpleging] (verpleging)

 

[voorzitter] (voorzitter klachtencommissie)

[lid 1] (psychiater) 

[lid 2] (lid)

 

[ambtelijk secretaris] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Juridische status

Voortgezette crisismaatregel

 

Klacht

  1. Opname accommodatie
  2. Medicatie
  3. Beperking bewegingsvrijheid

 

Procesverloop

De commissie heeft op 24 juni 2022 een klachtmelding inclusief schorsingsverzoek ontvangen via de patiëntenvertrouwenspersoon (PVP) van klaagster. Vanwege het ontbreken van een klachtenformulier en/of klaagschrift is de klacht formeel in behandeling genomen op 27 juni 2022. Het schorsingsverzoek is wel op 24 juni behandeld en partijen zijn diezelfde dag geïnformeerd over het besluit. Het verweer is op 1 juli 2022 per mail naar betrokkenen gezonden.    

De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 5 juli 2022. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunt kunnen toelichten. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de volledige uitspraak uiterlijk op 11 juli 2022 schriftelijk naar partijen gezonden zal worden.

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht en klaagschrift;

-           Verweerschrift;

-           Aanvraag voorbereiding ZM d.d. 28-4-2022;

-           Mededeling voorbereiding ZM d.d. 20-5-2022;

-           Medische verklaring d.d. 16-6-2022;

-           Zorgplan d.d. 30-5-2022 en 28-6-2022;

-           Crisismaatregel d.d. 16-6-2022;

-           Kennisgeving verlengde crisismaatregel d.d. 20-6-2022;

-           Beslissing verlenen VZ d.d. 16-6-2022 en 21-6-2022;

-           Infobrief verplichte zorg d.d. 29-6-2022;

-           Decursus periode 16-6-22 t/m 28-6-2022;

-           Rapportage vpk periode 16-6-22 t/m 29-6-2022;

-           Aanvulling decursus en rapportage verpleegkundige d.d. 05-07-2022

 

Termijn

Het klaagschrift bevat klachten tegen verplichte zorg als omschreven in artikel 10:3 Wvggz. Deze klachten hebben betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van de klacht een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 11 juli 2022.

  

Feiten

Klager is 34-jarige vrouw bekend met recidiverende paranoïde psychoses. Er is sprake van zorgmijdend gedrag. Klaagster is een getraumatiseerde vrouw die snel conflicten veroorzaakt en externaliseert.  

Op 20 juni 2022 heeft de rechtbank Gelderland een verlengde crisismaatregel afgegeven voor de duur van 3 weken. Op 20 mei 2022 is klaagster geïnformeerd over de voorbereiding van een aanvraag voor een zorgmachtiging.

 

Standpunten van partijen

Ter zitting lichten klaagster en PVP toe dat klaagster geen medicatie wil. Zij is niet ziek en medicatie heeft daarom geen toegevoegde waarde. Wel ervaart klaagster ernstige bijwerkingen. Klaagster wil niet opgenomen zijn. Ze heeft geen enkele vrijheid momenteel terwijl ze graag naar buiten wil om te wandelen.  

Op 2 juli 2022 is noodmedicatie toegediend. Dit was niet vermeld in het schorsingsbesluit aldus PVP. Wat toediening wel echt nodig? Klaagster schreeuwde wel ten tijde van het incident maar waarschijnlijk was een time-out voldoende geweest om te decompenseren aldus PVP. De noodmedicatie is ook zonder overleg met een arts toegediend. PVP vraagt zich af of dat wel een juiste beslissing is.

In het 8.9 formulier zijn veel vormen van verplichte zorg aangezegd. Dit is geen legitimatie om deze verplichte zorg daadwerkelijk toe te dienen aldus PVP. De rechtbank Limburg heeft bij arrest bepaald dat verplichte zorg alleen toegestaan is als dit ook daadwerkelijk noodzakelijk is. Dit moet dan apart aangezegd worden.

Tenslotte constateert PVP dat er in de 8.9-brief een zin staat over wilsbekwaamheid maar dat er niets over is opgenomen in het dossier van klaagster. Hij vraagt zich daarom af of verweerster klaagster wel of niet als wilsbekwaam beoordeelt ter zake van de medicatie.

 

Verweerster verklaart ter zitting dat klaagster na een eerdere opname ambulant behandeld zou worden. De rechterlijke machtiging is toen opgeheven. Behandeling bleek in de praktijk echter niet mogelijk omdat klaagster niet in de samenwerking was. Ze onttrok zich aan zorg en raakte uit zicht. Uiteindelijk ging het weer slechter met klaagster en is ze gedwongen opgenomen met een paranoïde psychotisch toestandsbeeld en mogelijk ook een persoonlijkheidsstoornis. Medicatie is echt nodig aldus verweerster.

Het verzoek om schorsing van de medicatie is gehonoreerd vertelt verweerster omdat het op dat moment niet noodzakelijk was om het door te zetten. Afgelopen weekend ging het echter erg mis. Klaagster schreeuwde en was dreigend. Een time-out was geen optie aldus verweerster. Klaagster heeft een medewerker op het hoofd geslagen. In overleg met het ANW-hoofd is toen besloten om noodmedicatie toe te dienen. Consulteren van een arts was op dat moment niet mogelijk. De arts heeft klaagster gezien na toediening van de noodmedicatie en is achteraf akkoord gegaan. Verweerster onderkent de bijwerkingen van klaagster en benoemt dat zij dat vervelend vindt. Verweerster voegt toe dat het gedrag van klaagster snel in positieve zin veranderde na toediening noodmedicatie. Toen het middel uitgewerkt was veranderde dat effect ook weer direct.

 

Ten aanzien van de situatie rond opname geeft verweerster aan dat de samenwerking erg moeizaam was. Klaagster gooide huisraad op straat en medebewoners liepen uit angst voor klaagster met stenen rond. Ook heeft klaagster mensen aangevallen. Opname was daarom noodzakelijk.

Verweerster licht toe dat er inderdaad geen sprake is van bewegingsvrijheid momenteel omdat klaagster zich erg wisselend opstelt en moeizaam toenadering toelaat. Er is geen sprake van vertrouwen tussen klaagster en behandelaren. Dit is wel voorwaarde om vrijheden toe te kennen aldus verweerster.

 

Verweerster beaamt dat er in de 8.9-brief veel verplichte zorg is aangekruist. Vooraf kan niet ingeschat worden wat nodig zal zijn aldus verweerster. Zo zegt klaagster dat ze geen alcohol of drugs gebruikt maar is niet bereid om mee te werken aan onderzoek hierin.  

Verweerster ziet klaagster als wilsonbekwaam ter zake van de medicatie en haar behandeling.

 

Op een vraag van de commissie over de meldingen bij de politie verklaart klaagster dat dit jaren geleden betreft. Ze wil zich richten op haar doelen. Dit is haar tweede opname. De Risperdal die bij de vorige opname is toegediend heeft niet geholpen aldus klaagster. Ook had ze veel last van bijwerkingen als teveel slapen en duizeligheid. Ze voelde zich verslaafd. Kwam nergens aan toe, ook schoonmaken lukte niet meer. Haar sociale contacten verminderden. ‘Ik had er beter van willen worden maar voelde me alleen maar slechter’ verklaart klaagster ter zitting. Klaagster ontkent niet dat er problemen zijn. Ze vertelt dat haar behandelaar een behandelplan heeft gemaakt met de toezegging dat ze weer 100% beter wordt. Dat doen medicijnen niet. Klaagster kiest liever voor een spirituele weg. Ze wil zelf groeien en ontwikkelen. Ze is van mening dat medicijnen haar hersenen alleen maar kapot maken en is bang dat ze zo bijvoorbeeld geen gezin kan stichten.

Op een vraag over de escalatie van afgelopen weekend antwoordt klaagster: ‘Je mag toch weleens boos worden. Alles was heel en ik heb niemand tegen het hoofd geslagen’.

 

Verweerster vult aan dat Haldol Promethazine als noodmedicatie is ingezet. De keuze voor een langwerkend depot moet nog gemaakt worden aldus verweerster. Behandelaar is in afwachting van de zorgmachtiging. Haloperidol intramusculair zou een optie kunnen zijn aldus verweerster. Er wordt eerst gekeken hoe iemand reageert op medicatie voordat het langwerkend wordt toegediend. Haloperidol kan ook als noodmedicatie toegediend worden vult verweerster aan. Dan wordt Promethazine erbij gegeven om bijwerkingen te beperken.

 

In de slotronde benoemt PVP nogmaals dat registratie van de wilsonbekwaamheid ontbreekt in het dossier. Hij constateert dat dit niet de eerste keer is dat Pro Persona hierin verzuimt. PVP zal dit opnemen met de Geneesheer-Directeur.  

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. De klachten zien op de uitvoering van de verplichte zorg en zijn gericht tegen de verplichte medicatie, opname en beperking van haar bewegingsvrijheid zoals bedoeld in artikel 8:9 Wvggz en zijn ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften als vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klaagster is een 34 jarige vrouw, gediagnostiseerd met schizofrenie/psychotische stoornis NAO met paranoïde wanen. Klaagster klaagt over haar medicatie. Klaagster wil geen medicatie in verband met de ernstige bijwerkingen, ze werd agressief van de medicatie en andere medicatie sloeg niet aan. Bij indiening van de klacht heeft klaagster een schorsingsverzoek ingediend. Deze schorsing voor verplichte medicatie is toegekend tot aan de hoorzitting. 

Klaagster heeft ook een klacht ingediend over haar opname in de accommodatie waar zij de meerwaarde niet van ziet. Een derde klacht betreft de beperking van haar bewegingsvrijheid. Klaagster heeft geen vrijheden en wil naar buiten kunnen om te wandelen.  

 

Verweerder geeft aan dat het ernstig nadeel van klaagster weggenomen kan worden door de verplichte zorg. Klaagster is eerder opgenomen geweest met een paranoïd psychotisch toestandsbeeld wat succesvol behandeld werd met medicatie. In haar thuissituatie werd klaagster medicatieontrouw. Momenteel is er wederom sprake van paranoïde psychotische projectie in het kader van een recidive  psychose. Het huidige ernstig nadeel is gelegen in het gedrag van klaagster waardoor zij snel conflicten veroorzaakt. Klaagster is zorgmijder, heeft veel conflicten met omwonenden. Zij woont in een appartementencomplex op de vierde verdieping en heeft huisraad naar beneden gegooid. Klaagster is bedreigend en agressief naar omwonenden. Sinds maart dit jaar zijn er regelmatig politie interventies. De woningbouw heeft vanwege de overlast een uithuiszettingsprocedure gestart. Klaagster is met een crisismaatregel opgenomen en deze is verlengd. Inmiddels loopt een zorgmachtigingsaanvraag. Op de afdeling hebben agressie-incidenten plaatsgevonden waarbij klaagster met spullen gooit en conflicten heeft met medepatiënten.

Gezien het beperkte ziekte-inzicht van klaagster in combinatie met grensoverschrijdend gedrag is behandeling met medicatie noodzakelijk evenals opname en beperking van haar bewegingsvrijheid.  

Gedurende opname is klaagster erg afwerend in contact met behandelaars geweest. Er vonden meerdere conflicten op de afdeling plaats. Vergelijkbare conflicten speelden ook in de thuissituatie, waarbij er ook sprake was van fysieke agressie. Gezien het gebrek aan samenwerking, in combinatie met bovenstaande, wordt het momenteel nog niet veilig geacht voor klaagster en derden om haar zelfstandige vrijheden te geven. Klaagster wijst afspraken met behandelaren veelvuldig af, waardoor het contact moeizaam verloopt.

 

De commissie constateert dat de verplichte zorg is besproken met klaagster op 16-06-2022 en schriftelijk aan haar uitgereikt op 21-06-2022. Naar het oordeel van de commissie voldoen de aanzegging en schriftelijke uitreiking aan klaagster aan de wettelijke vereisten, voorzover deze de klachten raken. Zie verder de aanbeveling nummer 3.

 

Gezien het gedrag van klaagster en het risico op ernstig nadeel is de verplichte zorg gegeven door verweerder een passende behandeling om het ernstig nadeel te voorkomen. Getoetst zijn de proportionaliteit, subsidiariteit, veiligheid en doelmatigheid van de verplichte zorg.

De commissie is van oordeel dat verweerders op inhoudelijke goede gronden hebben besloten om verplichte zorg toe te passen. De verplichte medicatie met antipsychotica is nodig om het ernstig nadeel voor klaagster te beperken, ook nodig zijn de opname en beperking vrijheden. Om die reden acht de klachtencommissie de klachten ongegrond.

 

Ten overvloede:

  1. Het schorsingsbesluit voor de verplichte medicatie is onvoldoende duidelijk opgenomen in het dossier van klaagster, het verzoek is echter wel opgenomen in dat dossier. Aanbevolen wordt om het schorsingsbesluit duidelijk zichtbaar op te nemen in het dossier zodat deze inzichtelijk is voor alle behandelaren.
  2. Ter zitting en in de dossierstukken is gezien dat de noodmedicatie in het weekend voorafgaand aan de hoorzitting tijdens de werking van de schorsing van medicatie gegeven is aan klaagster zónder overleg met de dienstdoende arts. Pas na toediening per injectie van Haloperidol met Promethazine is de dienstdoende arts geïnformeerd hierover. De commissie merkt op dat deze situatie zeer ongewenst is en vraagt aandacht voor het feit dat het verplicht is om vooraf met een arts/psychiater te overleggen alvorens de noodmedicatie toegediend kan worden.
  3. In de schriftelijke aanzegging van verplichte zorg staat: ‘zo nodig’. Verwijzend naar de uitspraak van de Rechtbank Limburg van 15 oktober 2020 (ECLI:NL:RBLIM:2020:8121) is het aan te bevelen pas de verplichte zorg mondeling en schriftelijk aan te zeggen, zodra de beslissing genomen is om verplichte zorg toe te passen.

 

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klachten gericht tegen de verplichte medicatie, opname en beperking vrijheden ongegrond.

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

Aldus besloten te Arnhem, 8 juli 2022

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[voorzitter]

Voorzitter Wvggz Klachtencommissie

Aantal bladzijden: 6